OP 14 en 15 april heb ik het  CVI congres  mee mogen maken. Een van de sessies was er een van het Horizon college, Spreker: Marcel Ursem. Hij had het onderwerp “de elo als mijn studiemaatje.”

Spannende aangelegenheid; Marcel begon in december aan presentatie te bewerken. Aansluitend bezocht hij de masterclass presenteren. Hij gaat in ieder geval  proberen er een spannende aangelegenheid van maken. Van huis uit  docent en mens vol vragen. Hij start met een  inventarisatie van web 2.0 activiteiten van publiek. Deze zijn zeer divers te noemen.

Hoedje op , hoedje af Hij start met een spel “hoedje op , hoedje af” genaamd. Een aantal stellingen over de jeugd van tegenwoordig worden met ja dan wel nee beantwoord. Dit gelardeerd met “hoedje op” als ja en “hoedje op” als nee.

Een fles wijn voor de winnaar. Collegae van het Koning Willem I scoren een fles. 

Student doelgericht naar de info. Studenten zijn gericht om crossmediaal te werken. Lukt dat ook met de inrichting van een ELO? N@tschool wordt als een doolhof met wegwijzertjes neergezet. Geen toeters geen bling bling. Studenten willen doelgericht naar hun informatie toe. Centraal staat het document : “wat staat waar”. Dat een wegwijzer naar de goede hoek waar je de informatie kan vinden. Tevens een document “veel gestelde vragen” wat actueel gehouden wordt door de beheerders van de ELO. Tevens staat er informatie met betrekking tot opleidingen. Er is een soort digitale bibliotheek  in een vaste structuur gebouwd met alle documenten behorende bij die opleiding.

Communicatie Mail, een dossier waar alle partijen rondom de leerroute in kunnen samenwerken. Dat document kan op enig moment bevroren worden. Gespreksnotitie als memo die door alle betrokkenen ingezien kunnen worden. De maker bepaald te toegang. Digitaal portfolio, persoonlijk deel met profiel, werkportfolio, ontwikkelingsportfolio. In het ontwikkelingsportfolio kun je de voortgang van de student zien in een voortgangsmatrix. Tevens is er een feedbackmodule, een formulier waar ingevoerde gegevens doorgezet worden naar een spiderdiagram. Alle leerbedrijven hebben een account en kunnen in het leertraject participeren.

Eenvoud Totaal verhaal staat er overzichtelijk, student niveau 2-3-4 kan er prima mee uit de weg. Studenten zoeken structuur. Na een korte live demonstratie, onder het motto: “het is allemaal echt” heeft de spreker inderdaad een prima prestatie neergezet. De relatie tussen het hoedje en de inrchting van een elo?

Wellicht de eenvoud?