Een tweetal weken geleden heb ik samen met mijn ega wat geshopt bij de Ikea in Eindhoven. Een hele beleving. Het pand is vergroot, gemoderniseerd en voorzien van een grote parkeergarage. In de herfstvakantie is het drukte van jewelste. Ieder op pad om de sfeer of gemak in het eigen huis te verbeteren. Overal staan betrokken Ikea medewerkers om de twijfelende klanten vooruit te helpen. In de keukenhoek worden door klant en medewerker aan de lopende band keukens virtueel in elkaar gezet. Het meubilair is ondanks alle hightech nog steeds zoals vanouds. Veel blank hout, rechte lijnen en zelf in elkaar te zetten. Ik passeer een staande lamp met een aparte naam “orgel vreten”.
In het restaurant tref ik gelukkig geen lampen in de vitrine aan. Daar kun je voor een habbekrats ontbijten, lunchen of een kopje koffie nuttigen. De tweede kop is gratis. Kinderen spelen met elkaar in keukenopstellingen alsof ze in werkelijkheid aan het koken zijn. In banken en fauteuils hangen diverse bakvissen, allen met een smartphone voor de neus. Ik bemerk dat ze allen aan de whatsapp‘en zijn. Ikea wil voor alle leeftijdsgroepen funshopping bieden. Het bieden van een huiselijke sfeer met een bijbehorend goed gevoel isdaarbij van belang. In het magazijn kun je verdwalen.
Grote stellages met dito assortiment bevestigen het veelvoud aan mogelijkheden. Het gevoel wordt door Ikea bevestigd bij het vertrek door posters met de familycard en rijen mensen voor hotdogs voor 50 cent.
Ikea heeft op basis van eenduidigheid in afspraken en werkwijze als multinational de virtuele kant van “de zaak” goed op orde; up-to-date website, koppelingen met voorraadbeheer, metingen aan klanttevredenheid en een actueel klantenbestand.
Binnen onderwijsland zou wat meer uniformiteit, analoog aan Ikea, rondom aan te bieden opleidingen ten faveure van studenten en ouders op zijn plaats zijn.
Te denken valt aan een landelijke databank met actuele gegevens over opleidingsinhoud, eisen op gebied aan toelating, wijze van aanmelden, eisen op gebied van aanname en vrijstellingen en
waar en wanneer een opleiding start. Zet daarnaast een database met alle mogelijke studenten, hun actuele studiehistorie en studievoortgang. Onderwijsadviseurs geven, op basis van gegevens in beide databases, een adequaat eenduidig studieadvies af. Toekomstige studenten kunnen, analoog aan Ikea, sneller een antwoord op hun informatievraag krijgen.
Een van de initiatieven om te komen tot stroomlijning van de informatievoorziening binnen onderwijssectoren is het Samenwerkingsplatform Informatie Onderwijs (www.sionderwijs.nl), een samenwerkingsverband vanuit OC&W en een 6-tal onderwijsraden. In de afgelopen periode is getracht om uitgangspunten op gebied van standaardisatie van gegevensuitwisseling tussen de verschillende sectoren te definiëren.
Op de website van het samenwerkingsplatform worden een referentiearchituur onderwijs, het in- en uitschrijven, elektronische identificatie en authenticatie, doorstroomgegevens en horizontale benchmarking genoemd. Lees hier verdere informatie. Gezien de complexiteit van bovengenoemde materie en autonomie van elk instituut denk ik dat enige uniformering in onderwijsland nog een hele poos gaat duren.
Het genomen initiatief van het samenwerkingsplatform juich ik van harte toe.