Open leermiddelen: De geest uit de fles

Afgelopen vrijdag was er een bijeenkomst van de kerngroep Fronter / Planning & Scores. Deze groep bestaat uit medewerkers die op het gebied van digitaal ondersteund onderwijs goed thuis zijn. Een dag in de maand komt men bijeen en deelt ieder kennis en vaardigheden.
Groepsleden zijn afgelopen vrijdag uitgenodigd om ook berichten op deze weblog te plaatsen.

Het onderstaande bericht kwam van Karel Werschkull, een van de aanjagers van deze groep. Waarvoor dank!

ROC Eindhoven is ingestapt in het project Take Shape Share.  Afgelopen maand zijn een aantal Kerngroepleden geschoold in het gebruik van de Repository TSS en de Word-plugin WIMBA-create. Met deze laatste tool kunnen docenten Content maken voor TSS (in HTML- of SCORM-format) en Content Meta-dateren. De Kerngroep zal een actieve rol gaan spelen in de scholing van de schoolteams in Wimba en TSS.

Hiermee is de technische ondersteuning voor Content-deling geregeld. Dit betekent nog niet dat beleidsmatig alles al in kannen en kruiken is. Immers: willen scholen eigenlijk wel content delen? En wie is de eigenaar van de gedeelde leermiddelen? Hierover zal het CvB op termijn een standpunt moeten innemen.

De onderwijsraad is hierover duidelijk: Open Leermateriaal heeft de toekomst!  Volgens hun rapport biedt dit de docent meer zeggenschap over de leerstof en versterkt het zijn professionaliteit. Daarnaast neemt de kwaliteit, door open uitwisseling, toe.
Ook de kostprijs van Leermateriaal was een belangrijk argument voor de Onderwijsraad. Uitgevers jagen studenten op steeds hogere kosten. De digitalisering van hun lesmateriaal brengt hier geen verandering in. Hoewel ze alleen een kostprijs rekenen per gebruikt item loopt de kostprijs hiervan aanzienlijk op bij dagelijks gebruik. Verder is het van tevoren vrijwel onmogelijk om in te schatten wat die kostprijs uiteindelijk zal zijn. Volgens de Onderwijsraad zouden deze kosten beter beheersbaar zijn als docenten zelf leermiddelen ontwikkelden en met elkaar uitwisselden. Docenten zouden dan Leermiddelen arrangeurs (LMA's) moeten worden. Echter: Alleen de zon gaat voor niets op: Ook het ontwikkelen en arrangeren van leermiddelen kost tijd (en dus geld). Daarnaast vraagt het om een deskundigheid die niet iedere docent bezit. Wellicht zou de rol LMA een specialisme moeten worden met een bijpassende facilitering en salarisschaal. Op deze manier ontstaan er meer doorgroeimogelijkheden in de carrière van de docent, die de aantrekkelijkheid van het vak kunnen bevorderen.
Auteursrechten van Open leermiddelen kunnen geregeld worden d.m.v. Creative Commons. Of dit ROC-beleid wordt, vraagt echter om een uitspraak van het CvB. Daarnaast moeten scholen de voordelen van Open Leermateriaal zelf gaan inzien. Daar helpt geen uitspraak van het CvB aan.

“Hoe zit het eigenlijk met de kwaliteitsbewaking”? hoor ik iemand al zeggen. Moet daar geen onderwijskundige aan te pas komen? Mijn tegenvraag is: “Hoe is dat nu geregeld met zelf ontwikkeld onderwijsmateriaal”? De praktijk is de beste kwaliteitstest. Als iets niet werkt, dan belandt het vanzelf op de afvalhoop. Darwin zou dit bevestigen.

De ontwikkelingen op internet gaan al jaren in de richting van Content- en Kenisdeling  (Youtube, Slideshare, Flickr enz).
De geest is al lang uit de fles. Het is te hopen dat het onderwijs de boot niet mist.

zp8497586rq

Reacties

Open leermiddelen: De geest uit de fles — 2 reacties

  1. Surfend over het web kwam ik TSS tegen, wat is de stand van zaken op dit moment? Website is wat oud en kon ook bij Kennisnet niets vinden. Is de club actief en wordt er geproduceerd en gedeeld?

    • LMA’s lijken mij ook nodig echter denk ik dat deze voor één school altijd zouden moeten bestaan uit meerdere docenten met verschillende achtergronden: vakdocent, docent Nederlands en een creativeling.
      Op de School voor Handel & Marketing zou de vakdocent bestaan uit een docent bedrijfseconomie en/of marketing. Aan creative docenten is hier geen gebruik, maar ik denk met name aan docenten die de lessen commerciele presentatie verzorgen. Immers het oog van de student wil ook wat. Als je studenten wil bereiken zal de content ook aangeboden moeten worden zodat het hen op meer dan, alleen het inhoudelijke vlak, aanspreekt.